Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ton:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ton (Nederlands) in het Zweeds

ton:

ton [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ton (vat; barrel; fust; )
    hink; fat
    • hink [-en] zelfstandig naamwoord
    • fat [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fat bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat bassin; bekken; theeschoteltje; waterbekken
hink bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat schepemmers

Verwante woorden van "ton":


Verwante definities voor "ton":

  1. duizend kilo1
    • de auto weegt meer dan een ton1
  2. honderdduizend gulden1
    • dat huis kost meer dan een ton1
  3. vat dat in het midden wijder is dan aan de onder- en bovenkant1
    • het water van het dak loopt in de regenton1

Wiktionary: ton


Cross Translation:
FromToVia
ton tunna barrel — round vessel made from staves bound with a hoop
ton ton metric ton — unit of mass equal to 1000 kilograms
ton ton ton — unit of weight
ton fat; ; tunna tonneau — Grand récipient de bois, de forme à peu près cylindrique, mais renfler dans son milieu, à fonds plats, qui est fait de planches ou douves arquer, maintenues par des cercles de fer, et qui sert à contenir des liquides ou certaines autres [[marchandi