Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tres:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tres (Nederlands) in het Zweeds

tres:

tres [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tres (galon; omzoming)
    band; spets; snodd; snöre
    • band [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spets [-en] zelfstandig naamwoord
    • snodd [-en] zelfstandig naamwoord
    • snöre [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tres:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band galon; omzoming; tres aansluiting; band; bandjes; binding; blaaskapel; cassette; cassettebandje; connectie; draagband; draagriem; fanfare; fanfarekorps; gebondenheid; geluidsband; harmonie; inktlint; kapel; kapellen; koorden; liaison; link; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; muziekkorps; relatie; samenhang; snoeren; strook; verband; verbinding
snodd galon; omzoming; tres passementen
snöre galon; omzoming; tres koord; passement; passementen; passementerie; snaar; versierende omzoming
spets galon; omzoming; tres centrumspits; climax; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kant; kantkloswerk; kantwerk; keeshond; piek; pointe; snoek; speerpunt; spits; spitshond; top; voorhoede; voorhoedes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snodd geknikt
spets kanten

Verwante woorden van "tres":

  • tressen