Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitbundig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitbundig (Nederlands) in het Zweeds

uitbundig:

uitbundig bijvoeglijk naamwoord

  1. uitbundig (uitgelaten)
    översvallande

Vertaal Matrix voor uitbundig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
översvallande uitbundig; uitgelaten

Verwante woorden van "uitbundig":

  • uitbundigheid, uitbundiger, uitbundigere, uitbundigst, uitbundigste, uitbundige

Wiktionary: uitbundig


Cross Translation:
FromToVia
uitbundig riklig; rik; ordrik abondant — Qui abonder, qui dépasse nettement en quantité ce qui est suffisant.
uitbundig rymlig; vid; omfångsrik ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
uitbundig rymlig; vid; omfångsrik large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
uitbundig ymnig profus — didactique|fr Qui a tendance à se répandre, en parlant d'un fluide.

Verwante vertalingen van uitbundig