Uitgebreidheid in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

uitgebreidheid:
- omfattande; vidsträck; utarbetning; detaljrikedom
uitgebreid:
- långvarigt; långvarig; extensivt; lång; långt; rikligt; rymligt; ymnigt; vid; fyllig; riklig; fylligt; avancerad; förbättrad; utökad
Wiktionary:
- uitgebreidheid → omfång, storhet, storlek, vidd, bredd
- uitgebreid → uttömmande, omfattande, rymlig, vid, omfångsrik

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgebreidheid (Nederlands) in het Zweeds

de uitgebreidheid (uitgestrektheid)
omfattande; vidsträck
- omfattande zelfstandig naamwoord
- vidsträck zelfstandig naamwoord
de uitgebreidheid (ampelheid; uitvoerigheid)
utarbetning; detaljrikedom
- utarbetning [-en] zelfstandig naamwoord
- detaljrikedom [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
detaljrikedom	ampelheid; uitgebreidheid; uitvoerigheid
omfattande	uitgebreidheid; uitgestrektheid	behelzen; inhouden
utarbetning	ampelheid; uitgebreidheid; uitvoerigheid
vidsträck	uitgebreidheid; uitgestrektheid
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
omfattande		groots; grootschalig; grootscheeps; uitvoerig; veelomvattend

Cross Translation:

From	To	Via
• uitgebreidheid	→ omfång; storhet; storlek	↔ ampleur — caractère de ce qui est ample.
• uitgebreidheid	→ vidd; bredd	↔ largeur — étendue d’une chose considérer d’un de ses côtés à l’autre, par opposition à longueur.
• uitgebreidheid	→ omfång; storhet; storlek	↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

uitgebreid (wijdlopig; uitvoerig; omslachtig; breedsprakig; breedvoerig; langdradig; omstandig)
långvarigt; långvarig
- långvarigt bijvoeglijk naamwoord
- långvarig bijvoeglijk naamwoord
uitgebreid (extensief)
extensivt; lång; långt
- extensivt bijvoeglijk naamwoord
- lång bijvoeglijk naamwoord
- långt bijvoeglijk naamwoord
uitgebreid (ampel; uitvoerig; omstandig; breedvoerig)
rikligt; rymligt; ymnigt; vid; fyllig; riklig; fylligt
- rikligt bijvoeglijk naamwoord
- rymligt bijvoeglijk naamwoord
- ymnigt bijvoeglijk naamwoord
- vid bijvoeglijk naamwoord
- fyllig bijvoeglijk naamwoord
- riklig bijvoeglijk naamwoord
- fylligt bijvoeglijk naamwoord
uitgebreid
avancerad; förbättrad; utökad
- avancerad bijvoeglijk naamwoord
- förbättrad bijvoeglijk naamwoord
- utökad bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avancerad	uitgebreid	geavanceerd; progressief; vooruitstrevend
förbättrad	uitgebreid	beter
utökad	uitgebreid
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vid		bij; te; ter; via
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
extensivt	extensief; uitgebreid	lijvig; omvangrijk; volumineus
fyllig	ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
fylligt	ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
lång	extensief; uitgebreid	lang; ver; veraf; verafgelegen
långt	extensief; uitgebreid	lang; rijzig; ver; veraf; verafgelegen
långvarig	breedsprakig; breedvoerig; langdradig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; wijdlopig	langdradig; langjarig; veeljarig; vervelend; wijdlopig
långvarigt	breedsprakig; breedvoerig; langdradig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; wijdlopig	langaanhoudend; langdradig; langdurig; langjarig; veeljarig; vervelend; wijdlopig
riklig	ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig	copieus; goeddeels; grotendeels; merendeels; welig
rikligt	ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig	copieus; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; welig
rymligt	ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig	lijvig; omvangrijk; ruimtelijk; volumineus
vid	ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig
ymnigt	ampel; breedvoerig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig	welig; welvoorzien

Cross Translation:

From	To	Via
• uitgebreid	→ uttömmande; omfattande	↔ comprehensive — broadly or completely covering
• uitgebreid	→ rymlig; vid; omfångsrik	↔ ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
• uitgebreid	→ rymlig; vid; omfångsrik	↔ large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
• uitgebreid	→ rymlig; vid; omfångsrik	↔ étendu — grand, large, vaste.