Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vastklampen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vastklampen (Nederlands) in het Zweeds

vastklampen:

vastklampen werkwoord (klamp vast, klampt vast, klampte vast, klampten vast, vastgeklampt)

  1. vastklampen (beetgrijpen; grijpen; vastpakken; aanklampen; beetpakken)
    fånga; ta; greppa
    • fånga werkwoord (fångar, fångade, fångat)
    • ta werkwoord (tar, tog, tagit)
    • greppa werkwoord (grepper, greppte, greppt)

Conjugations for vastklampen:

o.t.t.
  1. klamp vast
  2. klampt vast
  3. klampt vast
  4. klampen vast
  5. klampen vast
  6. klampen vast
o.v.t.
  1. klampte vast
  2. klampte vast
  3. klampte vast
  4. klampten vast
  5. klampten vast
  6. klampten vast
v.t.t.
  1. heb vastgeklampt
  2. hebt vastgeklampt
  3. heeft vastgeklampt
  4. hebben vastgeklampt
  5. hebben vastgeklampt
  6. hebben vastgeklampt
v.v.t.
  1. had vastgeklampt
  2. had vastgeklampt
  3. had vastgeklampt
  4. hadden vastgeklampt
  5. hadden vastgeklampt
  6. hadden vastgeklampt
o.t.t.t.
  1. zal vastklampen
  2. zult vastklampen
  3. zal vastklampen
  4. zullen vastklampen
  5. zullen vastklampen
  6. zullen vastklampen
o.v.t.t.
  1. zou vastklampen
  2. zou vastklampen
  3. zou vastklampen
  4. zouden vastklampen
  5. zouden vastklampen
  6. zouden vastklampen
en verder
  1. ben vastgeklampt
  2. bent vastgeklampt
  3. is vastgeklampt
  4. zijn vastgeklampt
  5. zijn vastgeklampt
  6. zijn vastgeklampt
diversen
  1. klamp vast!
  2. klampt vast!
  3. vastgeklampt
  4. vastklampend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vastklampen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fånga aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; grijpen; vastklampen; vastpakken aanhouden; arresteren; betrappen; buitmaken; gevangennemen; grijpen; heroveren; inpakken; inpalmen; inrekenen; klauwen; naar zich toe trekken; oppakken; opvangen; pakken; snappen; vangen; vatten; verstrikken; wat neervalt opvangen
greppa aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; grijpen; vastklampen; vastpakken begrijpen; inzien; met het verstand vatten; snappen
ta aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; grijpen; vastklampen; vastpakken halen; kiezen; naartoe brengen; nemen; pakken; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken; welgevallen; ziften