Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voortbrengsel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortbrengsel (Nederlands) in het Zweeds

voortbrengsel:

voortbrengsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voortbrengsel (opbrengst; rendement; uitkomst; product; oogst)
    avkastning; vinst; behållning

Vertaal Matrix voor voortbrengsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avkastning oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; consequentie; gevolg; gewin; landbouwopbrengst; profijt; rentabiliteit; uitvloeisel; voortvloeisel; winst
behållning oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel activa; banktegoed; baten; bezit; tegoed; winstsaldo
vinst oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; oogst; opbrengst van een gewas; profijt; rentabiliteit; voordeeltje; winst

Verwante woorden van "voortbrengsel":

  • voortbrengselen, voortbrengsels