Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voorvoegsel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorvoegsel (Nederlands) in het Zweeds

voorvoegsel:

voorvoegsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voorvoegsel
    försats

Vertaal Matrix voor voorvoegsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
försats voorvoegsel antecedent; premisse; voorwaarde

Verwante woorden van "voorvoegsel":

  • voorvoegsels

Wiktionary: voorvoegsel

voorvoegsel
noun
  1. een gebonden morfeem dat voor een ander woord geplaatst wordt om iets aan de betekenis toe te voegen

Cross Translation:
FromToVia
voorvoegsel prefix PräfixLinguistik: ein Affix, also ein grammatisches Morphem, das vor dem Wortstamm steht
voorvoegsel förstavelse prefix — letters at the beginning of a word