Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. water:
  2. wateren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor water (Nederlands) in het Zweeds

water:

water [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het water
    vatten
    • vatten [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor water:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vatten water

Verwante woorden van "water":

  • wateren, waters, watertje, watertjes

Verwante definities voor "water":

  1. rivier, beek of meer1
    • we stonden voor een diep water1
  2. vloeistof waaruit zeeën en rivieren bestaan1
    • het menselijk lichaam bestaat voor 90 procent uit water1

Wiktionary: water


Cross Translation:
FromToVia
water vatten Wasserkein Plural: die chemische Verbindung (Diwasserstoffoxid), der Stoff H2O in flüssigem Aggregatzustand, die aus Wasserstoff und Sauerstoff zusammengesetzt ist
water vatten; vätur water — clear liquid H₂O
water vatten water — one of the four elements in alchemy
water vatten eau — Liquide transparent

wateren:

wateren werkwoord (water, watert, waterde, waterden, gewaterd)

  1. wateren (urineren; plassen)
    kissa
    • kissa werkwoord (kissar, kissade, kissat)

Conjugations for wateren:

o.t.t.
  1. water
  2. watert
  3. watert
  4. wateren
  5. wateren
  6. wateren
o.v.t.
  1. waterde
  2. waterde
  3. waterde
  4. waterden
  5. waterden
  6. waterden
v.t.t.
  1. heb gewaterd
  2. hebt gewaterd
  3. heeft gewaterd
  4. hebben gewaterd
  5. hebben gewaterd
  6. hebben gewaterd
v.v.t.
  1. had gewaterd
  2. had gewaterd
  3. had gewaterd
  4. hadden gewaterd
  5. hadden gewaterd
  6. hadden gewaterd
o.t.t.t.
  1. zal wateren
  2. zult wateren
  3. zal wateren
  4. zullen wateren
  5. zullen wateren
  6. zullen wateren
o.v.t.t.
  1. zou wateren
  2. zou wateren
  3. zou wateren
  4. zouden wateren
  5. zouden wateren
  6. zouden wateren
diversen
  1. water!
  2. watert!
  3. gewaterd
  4. waterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wateren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kissa plas; plasje; plasje doen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kissa plassen; urineren; wateren

Verwante woorden van "wateren":


Wiktionary: wateren


Cross Translation:
FromToVia
wateren vatten water — body of water, or specific part of it
wateren kasta vatten water — colloquial: to urinate
wateren pinka; pissa; kissa wee — to urinate
wateren urinera urinieren — (intransitiv) Urin ausscheiden; Harn, Wasser lassen
wateren vattna; överhopa abreuverfaire boire (un animal, particulièrement un cheval).

Verwante vertalingen van water