Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zwijnachtig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zwijnachtig (Nederlands) in het Zweeds

zwijnachtig:

zwijnachtig bijvoeglijk naamwoord

  1. zwijnachtig
    svinaktigt; smutsig; smutsigt; snuskigt; svinaktig
  2. zwijnachtig (varkensachtig)
    svinaktig; svinaktigt

Vertaal Matrix voor zwijnachtig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smutsigt goorheid; groezeligheid; vuilheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smutsig zwijnachtig bedoezeld; groezelig; morsig; onkies; onkuis; onrein; onzindelijk; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
smutsigt zwijnachtig baggerig; banaal; bedoezeld; bevlekt; drabbig; drassig; goor; groezelig; laag; met vuil bemorst; modderig; morsig; onverkwikkelijk; pruttig; ranzig; slibachtig; slibberig; slijkerig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; vlekkig; voddig; vuig; vuil; vunzig; walgelijk; weerzinwekkend
snuskigt zwijnachtig banaal; bedoezeld; groezelig; grof; laag-bij-de-grond; lomp; morsig; plat; platvloers; ranzig; schunnig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; triviaal; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
svinaktig varkensachtig; zwijnachtig
svinaktigt varkensachtig; zwijnachtig

Verwante woorden van "zwijnachtig":

  • zwijnachtige

Wiktionary: zwijnachtig


Cross Translation:
FromToVia
zwijnachtig utsvävande; liderlig dissolu — Qui vivre dans la dissolution, dans la débauche.