Jul in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

jul:
- Weihnachten; Christmesse; Weihnachtsmesse; Weihnachtsfest; Weihnacht; Christfest
Wiktionary:
- jul → Weihnachten, Julfest, Jul
- jul → Weihnachten

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor jul (Zweeds) in het Duits

jul (juletid)
Weihnachten
- Weihnachten [das ~] zelfstandig naamwoord
jul
die Weihnachten; die Christmesse; die Weihnachtsmesse
- Weihnachten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Christmesse [die ~] zelfstandig naamwoord
- Weihnachtsmesse [die ~] zelfstandig naamwoord
jul
Weihnachtsfest
- Weihnachtsfest [das ~] zelfstandig naamwoord
jul
die Weihnacht; Christfest
- Weihnacht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Christfest [das ~] zelfstandig naamwoord

jul

noun

Religion: christlicher Feiertag am 25. Dezember, an dem die Geburt von Jesus Christus gefeiert wird; in vielen Staaten ein gesetzlicher Feiertag und Auftakt der Weihnachtsferien; in Deutschland, Österreich und Teilen der Schweiz kommt der 26. Dezember als zweiter staatlicher Feiertag (zw
- Weihnachten → jul
das germanische Fest der Wintersonnenwende
- Julfest → jul; julfest
das altgermanische Fest der Wintersonnenwende, das vom 12. bis zum 20. Dezember gefeiert wurde
- Jul → jul

Cross Translation:

From	To	Via
• jul	→ Weihnachten	↔ Christmas — Christian holiday