Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. taklucka:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor taklucka (Zweeds) in het Duits

taklucka:

taklucka [-en] zelfstandig naamwoord

  1. taklucka
    die Dachluke
    • Dachluke [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. taklucka (falldörr; fallucka)
    die Falltür; Fallbrett

Vertaal Matrix voor taklucka:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dachluke taklucka
Fallbrett falldörr; fallucka; taklucka
Falltür falldörr; fallucka; taklucka falldörr; fallucka

Wiktionary: taklucka

taklucka
noun
  1. regional, Architektur: ein Dachfenster oder eine Dachluke
  2. ein kleines Fenster im Hausdach