Zweeds

Uitgebreide vertaling voor troligt (Zweeds) in het Duits

troligt:

troligt bijvoeglijk naamwoord

  1. troligt (trolig; möjligt; möjlig; tänkbart)
    vermutlich; voraussichtlich; mutmaßlich
  2. troligt (antagligen; sannolik; plausibelt; sannolikt)
    akzeptabel; plausibel; glaubwürdig; überzeugend; glaubhaft

Vertaal Matrix voor troligt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
überzeugend antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt attraktiva; tilltalande; övertalande; övertygande
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voraussichtlich som det ser ut
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akzeptabel antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt acceptabel; acceptabelt
glaubhaft antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt invand; välbekant
glaubwürdig antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt invand; välbekant
mutmaßlich möjlig; möjligt; trolig; troligt; tänkbart
plausibel antagligen; plausibelt; sannolik; sannolikt; troligt övertygande
vermutlich möjlig; möjligt; trolig; troligt; tänkbart
voraussichtlich möjlig; möjligt; trolig; troligt; tänkbart

Synoniemen voor "troligt":


Verwante vertalingen van troligt