Handtag in het Engels vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

handtag:
- hilt; handle; ear; grip; stem; hold; gripper; gripper bar; lever; knob
Wiktionary:
- handtag → handle
- handtag → handle, neck

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor handtag (Zweeds) in het Engels

handtag
the hilt; the handle; the ear
- hilt [the ~] zelfstandig naamwoord
- handle [the ~] zelfstandig naamwoord
- ear [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag
the handle; the grip
- handle [the ~] zelfstandig naamwoord
- grip [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag
the stem; the handle
- stem [the ~] zelfstandig naamwoord
- handle [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag
the hold
- hold [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag
the handle
– A user interface control that facilitates modification of an object's appearance, position, or behavior. ¹
- handle [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag
the gripper; the gripper bar
– A handle (often, a tall, thin rectangle) that appears on a rebar or command band. By touching and dragging a gripper bar with a stylus or mouse, a user can reposition or resize a rebar or command band. ¹
- gripper [the ~] zelfstandig naamwoord
- gripper bar [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag (öra; skaft)
the handle
- handle [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag (hävarm; spak)
the lever
- lever [the ~] zelfstandig naamwoord
handtag (knopp; kula; knapp; knöl; vred)
the knob
- knob [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ear	handtag
grip	handtag	fast tag; fattning; grepp
gripper	handtag	gripare; gripskopa
gripper bar	handtag
handle	handtag; skaft; öra	dörrhandtag; referens
hilt	handtag	handtag på svärd
hold	handtag	fasttagande; fat; grepp; hink; lastrum; skepps lastrum
knob	handtag; knapp; knopp; knöl; kula; vred	hinder; knöl; ojämnhet
lever	handtag; hävarm; spak	bräckjärn; hävstång; kofot; spak; spett
stem	handtag	antenn; för; förstäv; ordstam; rotord; stäv
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grip		fånga; greppa; gripa; gripa om; hålla fast; hålla i; knycka bort; ta; ta fast; ta ifrån
handle		använda; behandla; hantera; sälja
hold		arrestera; behålla; fatta; fånga; fångsla; gripa; gälla; göra klart för sig; hålla; hålla fast; hålla stånd; hålla vid; inse; inte släppa; parkera; samtalsparkering; stå fast; stå kvar; sätta i fängelse
lever		baxa; bryta; bända; krossa; lyfta med hävstång
stem		hejda; hindra; hämma; motarbeta; stanna; stoppa
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ear		gehör; öra
grip		handgrepp
handle		handhava; handlägga; handskas; manipulera
hold		fäste; inneha
lever		reglage
stem		dämma

handtag

noun

part of an object which is held in the hand when used or moved
- handle → handtag

Cross Translation:

From	To	Via
• handtag	→ handle	↔ Henkel — Griff an einer Tasse oder Kanne, seitlich oder oben angebracht
• handtag	→ handle	↔ Stiel — Griff an Werkzeugen und Geräten
• handtag	→ handle; neck	↔ manche — partie préhensile