Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. present:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor present (Zweeds) in het Spaans

present:

present [-en] zelfstandig naamwoord

  1. present (gåva)
    el regalo; la donación; la donaciones; el donativos

present bijvoeglijk naamwoord

  1. present
    presente; ¡presente!

Vertaal Matrix voor present:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donaciones gåva; present skänkningar
donación gåva; present favör; ge bort; gåva; skänka; tjänst
donativos gåva; present skänkningar
presente nutid; närvarande; statist
regalo gåva; present godsak; liten gåva
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
presente present aktuell; aktuellt; i fråga; modern; modernt; nutida; samtida; tillgänglig; tillgängligt
¡presente! present

Synoniemen voor "present":


Wiktionary: present


Cross Translation:
FromToVia
present obsequio; donación; dádiva; regalo; presente bounty — something given liberally
present regalo; presente gift — Something given to another voluntarily, without charge
present regalo kado — iets dat men iemand geeft, meestal ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis
present regalo Geschenk — Übertragung des Eigentums an einer Sache ohne Erwartung einer Gegenleistung
present regalo Geschenk — die in Form eines Geschenkes[1] überlassene Sache (oft liebevoll verpackt)
present regalo; obsequio; presente cadeauprésent, objet que l’on offrir à quelqu’un sans rien attendre en retour, dans l'intention de le surprendre ou de lui être agréable.

Verwante vertalingen van present