Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. läder:
  2. läder-:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lader:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor läder (Zweeds) in het Nederlands

läder:

läder [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. läder
    het leder
    • leder [het ~] zelfstandig naamwoord
    het leer
    – dierehuid die bewerkt is 1
    • leer [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ik heb een tas van leer1
  2. läder (svinläder)
    het varkensleer

Vertaal Matrix voor läder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leder läder
leer läder dogm; läsart; religiös doktrin; trappstege; troslära; version
varkensleer läder; svinläder
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
leer läder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leder läder-

Synoniemen voor "läder":


Wiktionary: läder


Cross Translation:
FromToVia
läder leder; leer leather — material produced by tanning animal skin
läder leer; leder LederMaterial aus gerben Tierhaut
läder leder cuirpeau épaisse de certains animaux.

läder-:

läder- bijvoeglijk naamwoord

  1. läder-
    leder; lederen

Vertaal Matrix voor läder-:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leder läder
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lederen läder-
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leder läder-

Verwante vertalingen van läder



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor läder (Nederlands) in het Zweeds

lader:

lader [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lader (belader)
    lastare

Vertaal Matrix voor lader:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lastare belader; lader inlader

Verwante woorden van "lader":

  • laders