Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal blåbär

Vertaal blåbär van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

blåbär:
- bosbes; blauwe bosbes; blauwe bes
Wiktionary:
- blåbär → bosbes
- blåbär → bosbes, blauwe bosbes, nieuweling, beginneling, blauw

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor blåbär (Zweeds) in het Nederlands

blåbär:

blåbär [-ett] zelfstandig naamwoord

blåbär
de bosbes; blauwe bosbes
- bosbes [de ~] zelfstandig naamwoord
- blauwe bosbes [znw.] zelfstandig naamwoord
blåbär
blauwe bes
- blauwe bes [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blåbär:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blauwe bes	blåbär
blauwe bosbes	blåbär
bosbes	blåbär

Wiktionary: blåbär

blåbär

noun

wilde bessendragende struik in Europa
- bosbes → blåbär

Cross Translation:

From	To	Via
• blåbär	→ bosbes	↔ bilberry — type of blueberry from the cowberry family
• blåbär	→ blauwe bosbes	↔ blueberry — fruit
• blåbär	→ nieuweling; beginneling	↔ newbie — new (inexperienced) user or participant
• blåbär	→ blauwe bosbes	↔ Blaubeere — eine Art schwarzblaue, hellblau bereifte, süße Beere aus der Gattung der Heidelbeeren (Vaccinium) in der Familie der Heidekrautgewächse (Ericaceae) mit blau färbendem Saft
• blåbär	→ blauwe bosbes	↔ Blaubeere — der Halbstrauch, der diese Beeren trägt
• blåbär	→ blauw; bosbes	↔ airelle — fruit bleu
• blåbär	→ bosbes; blauwe bosbes	↔ myrtille — Sens non précisé