Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cykel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor cykel (Zweeds) in het Nederlands

cykel:

cykel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. cykel
    de fiets; het rijwiel
    • fiets [de ~] zelfstandig naamwoord
    • rijwiel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. cykel
    de cyclus
    • cyclus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. cykel (hoj)
    de tweewieler

Vertaal Matrix voor cykel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cyclus cykel cyclus; cykliskt förlopp; förföljning; kretslopp; rad
fiets cykel
rijwiel cykel
tweewieler cykel; hoj

Synoniemen voor "cykel":


Wiktionary: cykel


Cross Translation:
FromToVia
cykel cyclo-; fiets; rijwiel; velo bicycle — vehicle
cykel fiets bike — bicycle
cykel cyclus cycle — complete rotation
cykel cyclus cycle — process
cykel fiets; rijwiel Fahrrad — meist zweirädriges, von Menschenkraft angetriebenes Fahrzeug
cykel fiets Rad — kurz für Fahrrad
cykel rijwiel; fiets Velo — schweiz.|: meist zweirädriges, von Menschenkraft angetriebenes Fahrzeug
cykel fiets; rijwiel; tweewieler; zwijntje; velo; stalen ros bicyclettevéhicule munir de deux roues, propulsé à la seule force des muscles à l’aide d’un pédalier relié à la roue arrière au moyen d’une chaîne.

Verwante vertalingen van cykel