Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dån:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dån (Zweeds) in het Nederlands

dån:

dån [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. dån
    het gedreun
    • gedreun [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. dån (mullrande)
    de rommeling
  3. dån (brus; dunder; klang)
    het dreunen; denderen; daveren
    • dreunen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • denderen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • daveren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dån:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daveren brus; dunder; dån; klang
denderen brus; dunder; dån; klang
dreunen brus; dunder; dån; klang bankande
gedreun dån
rommeling dån; mullrande
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daveren gallskrika; skramla; skrika; tjuta; vråla
denderen skramla
dreunen skramla

Synoniemen voor "dån":


Wiktionary: dån


Cross Translation:
FromToVia
dån gedonder thunder — sound resembling thunder
dån gerommel thunder — deep, rumbling noise