Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal gröda

Vertaal gröda van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

gröda:
- oogst; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
Wiktionary:
- gröda → gewas, voedselgewas, voedselplant, oogst, opbrengst, pluk

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gröda (Zweeds) in het Nederlands

gröda:

gröda [-en] zelfstandig naamwoord

gröda (skörd; årsväxt)
de oogst; opbrengst van gewas; de pluk; de wijnoogst
- oogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opbrengst van gewas [znw.] zelfstandig naamwoord
- pluk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wijnoogst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gröda:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oogst	gröda; skörd; årsväxt	avkastning; behållning; druvskörd; skörd; utbyte; vinst; årgång
opbrengst van gewas	gröda; skörd; årsväxt
pluk	gröda; skörd; årsväxt	druvskörd; skörd; årgång
wijnoogst	gröda; skörd; årsväxt	druvskörd; skörd; årgång

Wiktionary: gröda

Cross Translation:

From	To	Via
• gröda	→ gewas; voedselgewas; voedselplant	↔ crop — plant grown for food
• gröda	→ oogst; opbrengst	↔ moisson — récolte des blés et autres céréales.
• gröda	→ oogst; opbrengst; pluk	↔ récolte — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van gröda

ben på en groda