Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. helga:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor helga (Zweeds) in het Nederlands

helga:

helga werkwoord (helgar, helgade, helgat)

  1. helga (välsigna)
    wijden; zegenen; inzegenen; heiligen; inwijden
    • wijden werkwoord (wijd, wijdt, wijdde, wijdden, gewijd)
    • zegenen werkwoord (zegen, zegent, zegende, zegenden, gezegend)
    • inzegenen werkwoord (zegen in, zegent in, zegende in, zegenden in, ingezegend)
    • heiligen werkwoord (heilig, heiligt, heiligde, heiligden, geheiligd)
    • inwijden werkwoord (wijd in, wijdt in, wijdde in, wijdden in, ingewijd)

Conjugations for helga:

presens
  1. helgar
  2. helgar
  3. helgar
  4. helgar
  5. helgar
  6. helgar
imperfekt
  1. helgade
  2. helgade
  3. helgade
  4. helgade
  5. helgade
  6. helgade
framtid 1
  1. kommer att helga
  2. kommer att helga
  3. kommer att helga
  4. kommer att helga
  5. kommer att helga
  6. kommer att helga
framtid 2
  1. skall helga
  2. skall helga
  3. skall helga
  4. skall helga
  5. skall helga
  6. skall helga
conditional
  1. skulle helga
  2. skulle helga
  3. skulle helga
  4. skulle helga
  5. skulle helga
  6. skulle helga
perfekt particip
  1. har helgat
  2. har helgat
  3. har helgat
  4. har helgat
  5. har helgat
  6. har helgat
imperfekt particip
  1. hade helgat
  2. hade helgat
  3. hade helgat
  4. hade helgat
  5. hade helgat
  6. hade helgat
blandad
  1. helga!
  2. helga!
  3. helgad
  4. helgande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor helga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zegenen välsignelse
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heiligen helga; välsigna
inwijden helga; välsigna installera; insätta i ämbetet
inzegenen helga; välsigna
wijden helga; välsigna
zegenen helga; välsigna

Wiktionary: helga


Cross Translation:
FromToVia
helga heiligen hallow — to sanctify