Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ihop:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ihop (Zweeds) in het Nederlands

ihop:

ihop bijvoeglijk naamwoord

  1. ihop (alltsammans)
    gezamenlijk; tezamen; gemeenschappelijk; met zijn allen

Vertaal Matrix voor ihop:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemeenschappelijk alltsammans; ihop gemensam; gemensamt; tillhörande till en grupp
gezamenlijk alltsammans; ihop tillsammans
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tezamen alltsammans; ihop allihopa; med varandra; tillsammans
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met zijn allen alltsammans; ihop

Synoniemen voor "ihop":


Wiktionary: ihop


Cross Translation:
FromToVia
ihop samen; tezamen together — at the same time, in the same place

Verwante vertalingen van ihop