Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. poäng:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor poäng (Zweeds) in het Nederlands

poäng:

poäng [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. poäng (betug; grad)
    het cijfer; schoolcijfer
  2. poäng (punkt; spets; udd)
    de pointe
    • pointe [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor poäng:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cijfer betug; grad; poäng nummer; siffra; tal
pointe poäng; punkt; spets; udd
schoolcijfer betug; grad; poäng

Synoniemen voor "poäng":


Wiktionary: poäng

poäng
noun
  1. een positie in de ruimte

Cross Translation:
FromToVia
poäng cijfer Note — eine als Zahl oder in Worten ausgedrückte Leistungsbewertung
poäng standpunt point — opinion which adds to the discussion
poäng punt; doelpunt point — unit of scoring in a game or competition

Verwante vertalingen van poäng