Rabalder in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

rabalder:
- opstand; rel; opstootje; oproer; vuistgevecht; volksoproer; pandemonium; opschudding; heksenketel; beroering; leven; drukte; lawaai; rumoer; geraas; tumult; heibel; ophef; deining

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rabalder (Zweeds) in het Nederlands

rabalder (orolighet; väsen; tumult)
de opstand; de rel; het opstootje; het oproer; het vuistgevecht; het volksoproer
- opstand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- rel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opstootje [het ~] zelfstandig naamwoord
- oproer [het ~] zelfstandig naamwoord
- vuistgevecht [het ~] zelfstandig naamwoord
- volksoproer [het ~] zelfstandig naamwoord
rabalder (tumult)
het pandemonium; de opschudding; de heksenketel; de beroering; het leven; de drukte; het lawaai; het rumoer; het geraas; het tumult; de heibel
- pandemonium [het ~] zelfstandig naamwoord
- opschudding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heksenketel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- beroering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leven [het ~] zelfstandig naamwoord
- drukte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lawaai [het ~] zelfstandig naamwoord
- rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord
- geraas [het ~] zelfstandig naamwoord
- tumult [het ~] zelfstandig naamwoord
- heibel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
rabalder (tumult; väsen; uppståndelse)
de ophef; de deining
- ophef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- deining [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beroering	rabalder; tumult	jäkt; oro; orolighet; stress; svårigheter
deining	rabalder; tumult; uppståndelse; väsen	dyning
drukte	rabalder; tumult	brådska; bråk; flöde; folkmassa; krakel; liv; liv och rörelse; livlighet; onödigt besvär; rusning; ståhej; tjafs; tryck utav aktivitäter; uppståndelse; väsen
geraas	rabalder; tumult	vindhylande
heibel	rabalder; tumult
heksenketel	rabalder; tumult	förvirring; kaos; oreda
lawaai	rabalder; tumult	brus; buller; oljud; tumult
leven	rabalder; tumult	existens; liv; livsväg; oljud; tumult; varande
ophef	rabalder; tumult; uppståndelse; väsen	bråk; tjafs; uppståndelse; väsen
oproer	orolighet; rabalder; tumult; väsen
opschudding	rabalder; tumult	oro; oväsen; tumult; upprörelse
opstand	orolighet; rabalder; tumult; väsen	motståndsrörelse; resning; revolt; uppror
opstootje	orolighet; rabalder; tumult; väsen	störning; upprörande
pandemonium	rabalder; tumult
rel	orolighet; rabalder; tumult; väsen	störning; upprörande
rumoer	rabalder; tumult	bråk; oljud; oväsen; tjafs; tumult; uppståndelse; väsen
tumult	rabalder; tumult	brus; oljud; tumult
volksoproer	orolighet; rabalder; tumult; väsen
vuistgevecht	orolighet; rabalder; tumult; väsen	boxningsmatch
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leven		arbeta; bo; existera; finnas; fortsätta; fungera; förbli; leva; vara till