Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. saker:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor saker (Zweeds) in het Nederlands

saker:

saker zelfstandig naamwoord

  1. saker (besittningar; grejor)
    de bezittingen; de eigendommen
  2. saker (artiklar; grejor)
    de dingen; de spullen; de zaakjes; de zaken; het goedje; de waar
    • dingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zaakjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zaken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • goedje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • waar [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor saker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezittingen besittningar; grejor; saker egendommar; tillgångar
dingen artiklar; grejor; saker
eigendommen besittningar; grejor; saker
goedje artiklar; grejor; saker gods
spullen artiklar; grejor; saker
waar artiklar; grejor; saker artiklar; gods; handelsvara; handelsvaror; produkter; vara; varor
zaakjes artiklar; grejor; saker
zaken artiklar; grejor; saker affärer; angelägenheter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dingen köpslå; pruta
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waar riktig; riktighet; säkerligen; verklig; verkligt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
waar varthän

Synoniemen voor "saker":


Verwante vertalingen van saker