Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. skåp:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skåp (Zweeds) in het Nederlands

skåp:

skåp [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. skåp
    de kast; het kabinetje; het kastje
    • kast [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kabinetje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kastje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. skåp
    kastjes; kabinetjes
  3. skåp (garderober)
    de kasten; de kabinetten
    • kasten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kabinetten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  4. skåp (låda; förvaringsfack)
    het kluisje
    • kluisje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor skåp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kabinetje skåp
kabinetjes skåp
kabinetten garderober; skåp
kast skåp
kasten garderober; skåp
kastje skåp
kastjes skåp
kluisje förvaringsfack; låda; skåp

Synoniemen voor "skåp":


Wiktionary: skåp


Cross Translation:
FromToVia
skåp kast Schrank — geschlossenes Möbelstück, meistens mit Türen und zusätzlich optional auch Schubladen
skåp kast armoire — meubles|fr meuble haut fermer par une ou deux portes et destiné au rangement du linge, des vêtements ou d’autres objets.

Verwante vertalingen van skåp