Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sommar:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sommar (Zweeds) in het Nederlands

sommar:

sommar [-en] zelfstandig naamwoord

  1. sommar
    de zomer
    • zomer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sommar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zomer sommar

Wiktionary: sommar

sommar
noun
  1. jaargetijde tussen lente en herfst

Cross Translation:
FromToVia
sommar zomer Sommer — wärmste Jahreszeit, liegt zwischen Frühling und Herbst, meteorologisch vom 1. Juni bis 31. August
sommar zomer summer — hottest season
sommar zomer; zomertijd été — Saison chaude de l’année

Verwante vertalingen van sommar