Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sovrum:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sovrum (Zweeds) in het Nederlands

sovrum:

sovrum [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. sovrum
    de slaapkamer
  2. sovrum
    de slaapkamers
  3. sovrum
    slaapverblijf; het slaapvertrek
  4. sovrum (sovsaler)
    de slaapvertrekken

Vertaal Matrix voor sovrum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slaapkamer sovrum
slaapkamers sovrum
slaapverblijf sovrum
slaapvertrek sovrum
slaapvertrekken sovrum; sovsaler

Synoniemen voor "sovrum":

  • sängkammare

Wiktionary: sovrum

sovrum
noun
  1. een kamer die gebruikt wordt om in te slapen

Cross Translation:
FromToVia
sovrum slaapkamer bedroom — room in a house where a bed is kept for sleeping
sovrum slaapkamer SchlafzimmerRaum in einem Haus oder einer Wohnung, der zum Schlafen gedacht ist
sovrum slaapkamer chambre à coucherpièce d’une habitation utilisée pour dormir, pour une personne ou peu de personnes.