Spel in het Nederlands vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

spel:
- spel; spelletje; beurt; rondje; wedstrijdje; partijtje; potje; set; game; Gambling; wedstrijd; partij; concours; strijd; pot; matches
Wiktionary:
- spel → spelleke, spel, spelbeweging

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spel (Zweeds) in het Nederlands

spel (lek)
het spel
- spel [het ~] zelfstandig naamwoord
spel (skämt; bransch; runda)
het spelletje; de beurt; het rondje
- spelletje [het ~] zelfstandig naamwoord
- beurt [de ~] zelfstandig naamwoord
- rondje [het ~] zelfstandig naamwoord
spel
het wedstrijdje; het partijtje; het potje
- wedstrijdje [het ~] zelfstandig naamwoord
- partijtje [het ~] zelfstandig naamwoord
- potje [het ~] zelfstandig naamwoord
spel
de set
- set [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
spel
het spel; de game
- spel [het ~] zelfstandig naamwoord
- game [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
spel
Gambling
- Gambling
spel (tävling; förehavande; match; kamp)
de wedstrijd; de partij; de concours; de strijd; de pot
- wedstrijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- concours [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
spel (matcher)
de matches
- matches [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beurt	bransch; runda; skämt; spel
concours	förehavande; kamp; match; spel; tävling
game	spel
matches	matcher; spel
partij	förehavande; kamp; match; spel; tävling	fest; fotbollsmatch; grupp; gäng; lag; mängd; politiskt parti; tillställning; vis summa
partijtje	spel	fest; tillställning
pot	förehavande; kamp; match; spel; tävling	fat; flata; hink; insatser; kastrull; lesbian; spelpengar
potje	spel
rondje	bransch; runda; skämt; spel	cirkel; gå på en runda; liten ring; ring; rund; rundel
set	spel	namngiven uppsättning; uppsättning
spel	lek; spel
spelletje	bransch; runda; skämt; spel
strijd	förehavande; kamp; match; spel; tävling	brottning; kamp; krig; strid
wedstrijd	förehavande; kamp; match; spel; tävling
wedstrijdje	spel
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gambling	spel
partij		parti

Cross Translation:

From	To	Via
• spel	→ spelleke; spel	↔ game — translations to be checked
• spel	→ spel	↔ game — to defeat the rules in order to obtain a result
• spel	→ spel	↔ play — playful activity
• spel	→ spelbeweging	↔ play — individual's performance in a sport
• spel	→ spel	↔ Spiel — Tätigkeit ohne Zweck und aus Freude, Spaß an ihr selbst, unterhaltende Beschäftigung, Kurzweil, im Unterschied zur Arbeit, Freizeitbeschäftigung
• spel	→ spel	↔ jeu — Divertissement, activité ludique