Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. titel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor titel (Zweeds) in het Nederlands

titel:

titel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. titel (boktitel)
    de titel; de boektitel
    • titel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boektitel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. titel (benämning; namn)
    de benaming; de aanduiding; de benoeming
  3. titel
    de titel
    • titel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor titel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanduiding benämning; namn; titel identifierare; indikation; tecken
benaming benämning; namn; titel
benoeming benämning; namn; titel anställning; jobb; utnämning
boektitel boktitel; titel
titel boktitel; titel början av brevet; inledning; inledning av ett brev; rubrik; rättsanspråk; titulering; överskrift; överstycke

Synoniemen voor "titel":


Wiktionary: titel

titel
noun
  1. opschrift van een document

Cross Translation:
FromToVia
titel graad; rang Gradakademischer Titel
titel titel title — name of a book, etc
titel graad; kop; onderschrift; titel titre — désignation

Verwante vertalingen van titel