Zweeds

Uitgebreide vertaling voor utveckla (Zweeds) in het Nederlands

utveckla:

utveckla werkwoord

  1. utveckla
    ontwikkelen; evolueren
    • ontwikkelen werkwoord (ontwikkel, ontwikkelt, ontwikkelde, ontwikkelden, ontwikkeld)
    • evolueren werkwoord (evolueer, evolueert, evolueerde, evolueerden, geëvolueerd)
  2. utveckla
    ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen
  3. utveckla (framkalla)
    bouwrijp maken
    • bouwrijp maken werkwoord (maak bouwrijp, maakt bouwrijp, maakte bouwrijp, maakten bouwrijp, bouwrijp gemaakt)
  4. utveckla (veckla ut; breda ut)
    openklappen
    • openklappen werkwoord (klap open, klapt open, klapte open, klapten open, opengeklapt)
  5. utveckla (växa; öka; tillta)
    volwassen worden; volgroeien
    • volwassen worden werkwoord (word volwassen, wordt volwassen, werd volwassen, werden volwassen, volwassen geworden)
    • volgroeien werkwoord
  6. utveckla (kultivera; odla)
    ontginnen; voor landbouw klaar maken
  7. utveckla (veckla ut; avslöja; utvecklas; vika ut)
    ontplooien; uiteenvouwen

Vertaal Matrix voor utveckla:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontwikkelen civilserad
volwassen worden förkroppsligande; inkarnation; personifikation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouwrijp maken framkalla; utveckla
evolueren utveckla
ontginnen kultivera; odla; utveckla bemaktiga; utvecklas
ontplooien avslöja; utveckla; utvecklas; veckla ut; vika ut blomstra; florera; växa i storlek
ontwikkelen utveckla civilisera; odla; träna; växa i storlek; öva
openklappen breda ut; utveckla; veckla ut
tot ontwikkeling brengen utveckla
uiteenvouwen avslöja; utveckla; utvecklas; veckla ut; vika ut
volgroeien tillta; utveckla; växa; öka
volwassen worden tillta; utveckla; växa; öka
voor landbouw klaar maken kultivera; odla; utveckla

Synoniemen voor "utveckla":


Wiktionary: utveckla


Cross Translation:
FromToVia
utveckla ontwikkelen develop — to progress
utveckla ontwikkelen develop — to create
utveckla vergroten; opentrekken; openzetten; uitbreiden expand — (transitive) to change from a smaller form/size to a larger one
utveckla elaboreren; uitwerken expand — (transitive) to express at length or in detail
utveckla uitdijen; uitzetten; uitplooien expand — (intransitive) to (be) change(d) from a smaller form/size to a larger one
utveckla ontwikkelen entwickelnallgemein: sich etwas ausdenken, planen
utveckla ontvouwen; opzetten; uitspreiden; uitvouwen déployerétendre, développer ce qui ployer.
utveckla uit elkaar halen; ontplooien; ontwarren; ontwikkelen dérouler — Traductions à trier suivant le sens