Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Vertaal vaka

Vertaal vaka van Zweeds naar Nederlands

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

vaka:
- dodenwake; wake; waak
- waken; wakker blijven; wekken; wakker maken

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vaka (Zweeds) in het Nederlands

vaka:

vaka [-en] zelfstandig naamwoord

vaka
de dodenwake
- dodenwake [de ~] zelfstandig naamwoord
vaka
de wake; de waak
- wake [de ~] zelfstandig naamwoord
- waak [de ~] zelfstandig naamwoord

vaka werkwoord (vakar, vakade, vakat)

vaka (stanna vaken)
waken; wakker blijven
- waken werkwoord (waak, waakt, waakte, waakten, gewaakt)
- wakker blijven werkwoord
vaka (vakna; vakna upp)
wekken; wakker maken
- wekken werkwoord (wek, wekt, wekte, wekten, gewekt)
- wakker maken werkwoord

Conjugations for vaka:

presens

vakar
vakar
vakar
vakar
vakar
vakar

imperfekt

vakade
vakade
vakade
vakade
vakade
vakade

framtid 1

kommer att vaka
kommer att vaka
kommer att vaka
kommer att vaka
kommer att vaka
kommer att vaka

framtid 2

skall vaka
skall vaka
skall vaka
skall vaka
skall vaka
skall vaka

conditional

skulle vaka
skulle vaka
skulle vaka
skulle vaka
skulle vaka
skulle vaka

perfekt particip

har vakat
har vakat
har vakat
har vakat
har vakat
har vakat

imperfekt particip

hade vakat
hade vakat
hade vakat
hade vakat
hade vakat
hade vakat

blandad

vaka!
vaka!
vakad
vakande

1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor vaka:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dodenwake	vaka
waak	vaka
wake	vaka
wakker maken		väcka någon
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
waken	stanna vaken; vaka	bevaka; hålla vakt över; vakta; övervaka
wakker blijven	stanna vaken; vaka
wakker maken	vaka; vakna; vakna upp
wekken	vaka; vakna; vakna upp

Synoniemen voor "vaka":

passa