Duitse synoniemen van Abbruch, ander woord voor Abbruch

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Abbruch:
- Abbruch; Beeinträchtigung; Einbuße; Nachteil; Schade; Schaden; Verschrottung; Abriß; Demontage; Abreißen; Trennung; Bruch; Unterbrechung

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Abbruch in het Duits

der Abbruch
der Abbruch; die Beeinträchtigung; die Einbuße
- Abbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Beeinträchtigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einbuße [die ~] zelfstandig naamwoord
der Abbruch
der Nachteil; der Schade; der Schaden; der Abbruch
- Nachteil [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schade [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schaden [der ~] zelfstandig naamwoord
- Abbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
der Abbruch
die Verschrottung; der Abriß; der Abbruch; die Demontage; Abreißen
- Verschrottung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Abriß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Abbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Demontage [die ~] zelfstandig naamwoord
- Abreißen [das ~] zelfstandig naamwoord
der Abbruch
die Trennung; der Bruch; der Abbruch; die Unterbrechung
- Trennung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bruch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Abbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unterbrechung [die ~] zelfstandig naamwoord

Abbau; Auflösung; Demontage; Rückbau; Zerfall; Zerlegung; Zerrüttung; Zersplitterung; Zerteilung; Zertrennung
Abriss; Demolierung; Zerstörung
Ausschluss; Aussperrung; Boykott; Disqualifikation; Disqualifizierung