Home ->Woordenboeken ->Duits/Duits ->Vertaal Geübtheit

Synoniemen voor "Geübtheit" in het Duits

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Geübtheit:
- Erfahrung; Praxis; Geübtheit; Routine

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Geübtheit in het Duits

Geübtheit:

Geübtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Geübtheit
die Erfahrung; die Praxis; die Geübtheit; die Routine
- Erfahrung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Praxis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geübtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Routine [die ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Geübtheit":

Versiertheit