Duitse synoniemen van Paß, ander woord voor Paß

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Paß:
- Reisedokument; Paß; Ausweis; Reisepaß; Ausweiskarte; Bankpaß; Bergpaß; Gebirgspaß

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Paß in het Duits

der Paß
Reisedokument; der Paß
- Reisedokument [das ~] zelfstandig naamwoord
- Paß [der ~] zelfstandig naamwoord
der Paß
der Ausweis; der Paß; der Reisepaß; die Ausweiskarte
- Ausweis [der ~] zelfstandig naamwoord
- Paß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Reisepaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausweiskarte [die ~] zelfstandig naamwoord
der Paß
der Bankpaß; der Paß
- Bankpaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Paß [der ~] zelfstandig naamwoord
der Paß
der Paß; der Bergpaß; der Gebirgspaß
- Paß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bergpaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gebirgspaß [der ~] zelfstandig naamwoord
der Paß
der Paß; der Ausweis
- Paß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausweis [der ~] zelfstandig naamwoord