Duits

Uitgebreide synoniemen voor Rückgang in het Duits

Rückgang:

Rückgang [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rückgang
    der Rückgang; die Abnahme; die Verminderung; die Verringerung
  2. der Rückgang
    die Abnahme; Fallen; der Rückgang; die Senkung; die Schrumpfung; Sinken
    • Abnahme [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fallen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Rückgang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Senkung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schrumpfung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Sinken [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Rückgang
    die Kostenersparnis; die Einsparung; die Verminderung; die Senkung; der Rückgang; die Verringerung
  4. der Rückgang
    der Verfall; der Niedergang; der Rückgang; der Untergang
  5. der Rückgang
    der Rückfall; der Zusammenbruch; die Depression; die Schwäche; der Rückgang; die Flaute; Einstürzen; der Einsturz; der Niedergang
  6. der Rückgang
    der Rückgang; der Rücklauf
  7. der Rückgang
    die Rückläufe; der Rückschlag; der Rückgang; der Rücklauf; die Rückgänge
  8. der Rückgang
    der Abstieg; der Rückgang; der Verfall; der Schimmel; die Verschlechterung; die Verwesung; die Fäule; der Verderb; die Verluderung

Alternatieve synoniemen voor "Rückgang":