Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
mutlos:
-
Wiktionary:
mutlos → despondent, faint-hearted, dejected
mutlos → despondent -
Synoniemen voor "mutlos":
duckmäuserisch; feig; feige; hasenfüßig; hasenherzig; memmenhaft; schüchtern; ängstlich
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor mutlos (Duits) in het Engels
mutlos: (*Woord en zin splitter gebruikt)
mutlos:
Synoniemen voor "mutlos":
Wiktionary: mutlos
mutlos
Cross Translation:
adjective
mutlos
-
ohne Zuversicht, niedergeschlagen, hoffnungslos
- mutlos → despondent
adjective
-
lacking courage, timid
-
in low spirits from loss of hope or courage
-
sad and dispirited
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mutlos | → despondent | ↔ moedeloos — somber doordat men de hoop heeft verloren |