Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- prompt:
-
Wiktionary:
- prompt → prompt
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
prompt:
- stimulieren; anregen; ermutigen; reizen; aufpolieren; verbessern; ankurbeln; aufmuntern; ermuntern; zusprechen; aufmöbeln; suggerieren; raten; vorschlagen; eingeben; antreiben; nötigen; prophezeien; vorhersagen; vorsagen; zuraten; forttreiben; einflüstern; aufjagen; vorsichhertreiben; soufflieren; einhelfen; vorwärtstreiben; inspirieren; begeistern; zuflüstern
- frühzeitig; rechtzeitig; pünktlich; gelegen; direkt; sofortig; auf der Stelle; geschwind; rasch; schnell; schleunig; hastig; flink
- Gedächtnisstütze; Ansage; Telefonansage; Eingabeaufforderung
-
Wiktionary:
- prompt → Eingabeaufforderung, Souffleur
- prompt → prompt, unverzüglich
- prompt → pünktlich, rasch, schnell, begeistern, einflößen, eingeben, inspirieren, auferlegen, diktieren, vorsagen, zuerkennen, ansagen, vorschreiben, aufzwingen, exakt, akkurat, genau, sorgfältig, ordentlich, richtig, präzis, recht, zutreffend, sofortig, unverzüglich, anspornen, antreiben, aufhetzen, herausfordern, hineinblasen, geschwind, hurtig, signalisieren, andeuten, aufmerksam machen, hinweisen
Duits
Uitgebreide vertaling voor prompt (Duits) in het Engels
prompt:
-
prompt (augenblicklich; direkt)
-
prompt (unverzüglich; sofortig; unmittelbar; direkt; auf der Stelle; augenblicklich)
immediately; straight away; immediate; right away; at once-
immediately bijwoord
-
straight away bijvoeglijk naamwoord
-
immediate bijvoeglijk naamwoord
-
right away bijwoord
-
at once bijwoord
-
Vertaal Matrix voor prompt:
Synoniemen voor "prompt":
Wiktionary: prompt
prompt
adjective
-
ohne Verzögerung, sofort
- prompt → prompt
Prompt:
Synoniemen voor "Prompt":
Engels
Uitgebreide vertaling voor prompt (Engels) in het Duits
prompt:
-
to prompt (urge; drive)
stimulieren; anregen; ermutigen; reizen; aufpolieren; verbessern; ankurbeln; aufmuntern; ermuntern; zusprechen; aufmöbeln-
aufpolieren werkwoord (poliere auf, polierst auf, poliert auf, polierte auf, poliertet auf, aufpoliert)
-
aufmuntern werkwoord (muntere auf, munterst auf, muntert auf, munterte auf, muntertet auf, aufgemuntert)
-
to prompt (suggest; initiate; raise; bring in)
-
to prompt (whisper in someone's ear; whisper)
raten; vorschlagen; anregen; eingeben; antreiben; nötigen; prophezeien; vorhersagen; suggerieren; vorsagen; zuraten; forttreiben; einflüstern; aufjagen; vorsichhertreiben; soufflieren; einhelfen; vorwärtstreiben-
vorschlagen werkwoord (schlage vor, schlägst vor, schlägt vor, schlug vor, schlugt vor, vorgeschlagen)
-
forttreiben werkwoord (treibe fort, treibst fort, treibt fort, trieb fort, triebt fort, fortgetrieben)
-
einflüstern werkwoord (flüstere ein, flüsterst ein, flüstert ein, flüsterte ein, flüstertet ein, eingeflüstert)
-
vorsichhertreiben werkwoord
-
vorwärtstreiben werkwoord
-
to prompt (inspire; strike into)
inspirieren; begeistern; eingeben; einflüstern-
einflüstern werkwoord (flüstere ein, flüsterst ein, flüstert ein, flüsterte ein, flüstertet ein, eingeflüstert)
-
to prompt (whisper; tell)
-
to prompt (suggest)
Conjugations for prompt:
present
- prompt
- prompt
- prompts
- prompt
- prompt
- prompt
simple past
- prompted
- prompted
- prompted
- prompted
- prompted
- prompted
present perfect
- have prompted
- have prompted
- has prompted
- have prompted
- have prompted
- have prompted
past continuous
- was prompting
- were prompting
- was prompting
- were prompting
- were prompting
- were prompting
future
- shall prompt
- will prompt
- will prompt
- shall prompt
- will prompt
- will prompt
continuous present
- am prompting
- are prompting
- is prompting
- are prompting
- are prompting
- are prompting
subjunctive
- be prompted
- be prompted
- be prompted
- be prompted
- be prompted
- be prompted
diverse
- prompt!
- let's prompt!
- prompted
- prompting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
prompt (in time; timely; in good time)
frühzeitig; rechtzeitig; pünktlich; gelegen-
frühzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
rechtzeitig bijvoeglijk naamwoord
-
pünktlich bijvoeglijk naamwoord
-
gelegen bijvoeglijk naamwoord
-
-
prompt (without delay; soon; quick; swift; rapid; speedy)
-
the prompt (mnemonic device; reminder; study aid)
die Gedächtnisstütze -
the prompt
– An audio message played over the telephone to explain valid options to users. 1 -
the prompt
– Text or symbols indicating that a computer program is waiting for input from the user. 1
Vertaal Matrix voor prompt:
Verwante woorden van "prompt":
Synoniemen voor "prompt":
Verwante definities voor "prompt":
Wiktionary: prompt
prompt
Cross Translation:
noun
prompt
-
a computer prompt
- prompt → Eingabeaufforderung
adjective
-
ohne Verzögerung, sofort
-
sofort, ohne Aufschub, ohne schuldhaftes Zögern
Cross Translation: