Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. betreffen:
  2. Betreffen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor betreffen (Duits) in het Engels

betreffen:

betreffen werkwoord (betreffe, betriffst, betrifft, betraf, betraft, betroffen)

  1. betreffen (treffen; berühren; rühren; )
    to concern; to regard; to affect; to touch
    • concern werkwoord (concerns, concerned, concerning)
    • regard werkwoord (regards, regarded, regarding)
    • affect werkwoord (affects, affected, affecting)
    • touch werkwoord (touches, touched, touching)
  2. betreffen (gehen um; angehen)
    to concern; to regard; to affect; relate to; to touch
    • concern werkwoord (concerns, concerned, concerning)
    • regard werkwoord (regards, regarded, regarding)
    • affect werkwoord (affects, affected, affecting)
    • relate to werkwoord
    • touch werkwoord (touches, touched, touching)
  3. betreffen (Belange haben; angehen)
    to concern; to affect; to touch
    • concern werkwoord (concerns, concerned, concerning)
    • affect werkwoord (affects, affected, affecting)
    • touch werkwoord (touches, touched, touching)
  4. betreffen (treffen; berühren; schlagen; )
    to hit; to strike; to touch; to affect; to move; to concern
    • hit werkwoord (hits, hit, hitting)
    • strike werkwoord (strikes, struck, striking)
    • touch werkwoord (touches, touched, touching)
    • affect werkwoord (affects, affected, affecting)
    • move werkwoord (moves, moved, moving)
    • concern werkwoord (concerns, concerned, concerning)

Conjugations for betreffen:

Präsens
  1. betreffe
  2. betriffst
  3. betrifft
  4. betreffen
  5. betrefft
  6. betreffen
Imperfekt
  1. betraf
  2. betrafst
  3. betraf
  4. betrafen
  5. betraft
  6. betrafen
Perfekt
  1. habe betroffen
  2. hast betroffen
  3. hat betroffen
  4. haben betroffen
  5. habt betroffen
  6. haben betroffen
1. Konjunktiv [1]
  1. betreffe
  2. betreffest
  3. betreffe
  4. betreffen
  5. betreffet
  6. betreffen
2. Konjunktiv
  1. beträfe
  2. beträfst
  3. beträfe
  4. beträfen
  5. beträft
  6. beträfen
Futur 1
  1. werde betreffen
  2. wirst betreffen
  3. wird betreffen
  4. werden betreffen
  5. werdet betreffen
  6. werden betreffen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde betreffen
  2. würdest betreffen
  3. würde betreffen
  4. würden betreffen
  5. würdet betreffen
  6. würden betreffen
Diverses
  1. betreff!
  2. betrefft!
  3. betreffen Sie!
  4. betroffen
  5. betreffend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor betreffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concern Besorgnis; Besorgtheit; Betreuung; Betrieb; Einrichtung; Firma; Fürsorge; Genossenschaft; Geschäftsbetrieb; Gesellschaft; Gesellschaftsfirma; Handelsgeschäft; Handelsgesellschaft; Handelsunternehmen; Holding; Holdinggesellschaft; Konzern; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Unternehmen; Versorgung
hit Best-seller; Erfolg; Hit; Klapper; Kollision; Schlager; Tor; Treffer; Treffer ins Schwarze; Zugriff; Zusammenstoß
move Manöver; Schachzug; Scheingefecht; Scheinkampf; Spielzug
regard Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Ehrerbietung; Ehrfurcht; Hochachtung; Respekt; Schätzung; Wertung; Werturteil; Würdigung
strike Anbohren; Arbeitsunterbrechung; Auffallen; Erbohren; Streik
touch Anflug; Anstrich; Berührung; Fühlung; Gefühl; Klaps; Kontakt; Schimmer; Sentiment; Spur; Taste Anschlag; leichter Schlag
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affect Belange haben; angehen; antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; gehen um; rühren; schlagen; treffen anrühren; ansprechen; beeinflussen; beeinflußen; berühren; bewegen; einwirken; rühren; treffen
concern Belange haben; angehen; antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; gehen um; rühren; schlagen; treffen anrühren; berühren; bewegen; treffen
hit antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; rühren; schlagen; treffen anrühren; berühren; bewegen; dreschen; einen Klaps geben; hart schlagen; hauen; hämmern; rammen; schlagen; treffen; verkloppen
move antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; rühren; schlagen; treffen anrühren; aufschieben; berühren; bewegen; bummeln; den Standort verändern; ergreifen; etwas umstellen; gehen; im Schritt gehen; in Bewegung bringen; laufen; rühren; schreiten; sich aufmachen; sich fortbewegen; sich regen; sich verheben; spazieren; spazierengehen; treffen; umstellen; umziehen; verhoben; verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; versetzen; verstellen; wandern; wegbegeben; wegbewegen; zur Seite rücken; überführen; übersiedeln; übertragen
regard angehen; antun; berühren; betreffen; bewegen; erregen; gehen um; rühren; treffen aussetzen; bedenken; beschauen; betrachten; ernennen; erwägen; reflektieren; spekulieren; überdenken; überlegen
relate to angehen; betreffen; gehen um
strike antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; rühren; schlagen; treffen anrühren; aufhören; aufpolieren; aufputzen; berühren; bewegen; einen Klaps geben; einstellen; entbrennen; entflammen; frappieren; greifen; hauen; indenAusstandtreten; polieren; schlagen; streiken; treffen; unterbrechen; weigern
touch Belange haben; angehen; antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; gehen um; rühren; schlagen; treffen abtasten; anfassen; anrühren; antupfen; befühlen; berühren; betasten; bewegen; ergreifen; fühlen; leicht berühren; rühren; sitzen an; streifen; tasten; tippen; touchieren; treffen; tupfen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit angeschossen; geschlagen; getroffen; verletzt; verwundet

Synoniemen voor "betreffen":

  • angehen; beeinflussen; berühren; in Zusammenhang stehen mit; tangieren; wirken auf
  • beziehen; gegenstandsbezogen; inhaltsbezogen; interessensbezogen; themenbezogen
  • in Verbindung stehen zu; miteinschließen; sich manifestieren in; von Interesse sein für; zurechenbar sein; zutreffen

Wiktionary: betreffen

betreffen
verb
  1. sich auf etwas beziehen
betreffen
verb
  1. to relate, to refer

Cross Translation:
FromToVia
betreffen concern betreffen — gaan over, als onderwerp hebben
betreffen concern aangaan — betreffen
betreffen concern; involve regarder — Concerner

Betreffen:

Betreffen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Betreffen
    the concerning

Vertaal Matrix voor Betreffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concerning Betreffen Sorgen machen um; Treffen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concerning Frage von; bezüglich; etwa; fraglich; hinsichtlich; in bezug auf; in der Nähe