Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Trompete

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Trompete

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Trompete:
  2. trompeten:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Trompete (Duits) in het Engels

Trompete:

Trompete [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Trompete (Blasinstrument; Posaune)
    the wind instrument; the trumpet; the tooter; the horn; the clarion; the car horn; the cornet; the motor horn
  2. die Trompete (Horn)
    the horn; the trump; the trumpet; the cornet
    – a brass musical instrument with a brilliant tone; has a narrow tube and a flared bell and is played by means of valves 1
    • horn [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trumpet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cornet [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Trompete:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
car horn Blasinstrument; Posaune; Trompete Klaxon
clarion Blasinstrument; Posaune; Trompete
cornet Blasinstrument; Horn; Posaune; Trompete Fähnrich
horn Blasinstrument; Horn; Posaune; Trompete Hörnchen; Klaxon
motor horn Blasinstrument; Posaune; Trompete Klaxon
tooter Blasinstrument; Posaune; Trompete Klaxon
trump Horn; Trompete Trumpfkarte
trumpet Blasinstrument; Horn; Posaune; Trompete
wind instrument Blasinstrument; Posaune; Trompete
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trump abtrumpfen; übertrumpfen
trumpet saufen; trompeten

Wiktionary: Trompete

Trompete
noun
  1. Musik: Hohes Blechblasinstrument mit einem Kesselmundstück
Trompete
noun
  1. brass instrument
Cross Translation:
FromToVia
• Trompete → trumpet ↔ trompette — Celui qui sonner de la trompette.

trompeten:

trompeten werkwoord (trompete, trompetest, trompetet, trompetete, trompetetet, getrompetet)

  1. trompeten
    to trumpet
    • trumpet werkwoord (trumpets, trumpetted, trumpetting)
  2. trompeten
    to talk aloud
    • talk aloud werkwoord (talks aloud, talked aloud, talking aloud)

Conjugations for trompeten:

Präsens
  1. trompete
  2. trompetest
  3. trompetet
  4. trompeten
  5. trompetet
  6. trompeten
Imperfekt
  1. trompetete
  2. trompetetest
  3. trompetete
  4. trompeteten
  5. trompetetet
  6. trompeteten
Perfekt
  1. habe getrompetet
  2. hast getrompetet
  3. hat getrompetet
  4. haben getrompetet
  5. habt getrompetet
  6. haben getrompetet
1. Konjunktiv [1]
  1. trompete
  2. trompetest
  3. trompete
  4. trompeten
  5. trompetet
  6. trompeten
2. Konjunktiv
  1. trompetete
  2. trompetetest
  3. trompetete
  4. trompeteten
  5. trompetetet
  6. trompeteten
Futur 1
  1. werde trompeten
  2. wirst trompeten
  3. wird trompeten
  4. werden trompeten
  5. werdet trompeten
  6. werden trompeten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde trompeten
  2. würdest trompeten
  3. würde trompeten
  4. würden trompeten
  5. würdet trompeten
  6. würden trompeten
Diverses
  1. trompet!
  2. trompetet!
  3. trompeten Sie!
  5. getrompetet
  6. trompetend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor trompeten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trumpet Blasinstrument; Horn; Posaune; Trompete
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
talk aloud trompeten
trumpet trompeten saufen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0277 seconde
Page rendered in 1.0 seconds