Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Sturz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sturz (Duits) in het Engels

Sturz:

Sturz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sturz (Stützbalken; Träger; Tragbalken; Strebebalken)
    the joist; the supporting beam; the buttress

Vertaal Matrix voor Sturz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buttress Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger Mauerstrebe; Strebe; Strebebalken; Strebepfeiler; Stütze; Träger; Verstrebung
joist Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger Strebe; Strebebalken; Träger; Verstrebung
supporting beam Strebebalken; Sturz; Stützbalken; Tragbalken; Träger Strebe; Strebebalken; Träger; Verstrebung

Synoniemen voor "Sturz":


Wiktionary: Sturz

Sturz
noun
  1. erzwungener Rücktritt von einem Amt, Entmachtung
  2. Architektur: ein tragendes Konstruktionselement über Türen, Fenstern oder sonstigen Maueröffnungen
  3. plötzliches, heftiges Absinken
  4. heftiger Fall auf den Boden
Sturz
noun
  1. lintel
  2. a fall

Cross Translation:
FromToVia
Sturz fall; drop; downfall; scrap; collapse chute — Traductions à trier suivant le sens
Sturz lintel; transom linteau — (architecture)