Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
ausspannen:
-
Wiktionary:
ausspannen → relax, bandage, bind, blindfold, flex, be stretched tight, strech, wind up, rack, strain, stress, tense, tighten, have a boner, stiffen, stretch, climb, go back, tend, sell, anoint, smear, spread, grease, apply, lay out, spread out, extend, spread-eagle, augment, enlarge, increase, aggrandize, magnify, step up, unroll, unfold, unfurl, expand, reach, stretch out, adulterate, dilute -
Synoniemen voor "ausspannen":
abspenstig machen; abwerben; streitig machen; verleiden; sonstige Verben
ausrasten; abspannen; ausruhen; entspannen; erholen; Pause machen; pausieren; relaxen; verschnaufen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor ausspannen (Duits) in het Engels
ausspannen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
ausspannen:
Synoniemen voor "ausspannen":
Wiktionary: ausspannen
Cross Translation: