Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Lässigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lässigkeit (Duits) in het Engels

Lässigkeit:

Lässigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lässigkeit (Unachtsamkeit)
    the nonchalance; the negligence; the carelessness; the neglect

Vertaal Matrix voor Lässigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carelessness Lässigkeit; Unachtsamkeit Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei; Unachtsamkeit
neglect Lässigkeit; Unachtsamkeit Absage; Auslassung; Deklaration; Entsagung; Fahrlässigkeit; Fehlgriff; Nachlässigkeit; Schlamperei; Säumigkeit; Säumnis; Unterlassung; Verleugnung; Vernachlässigung; Versäumnis; Verwahrlosung; Verzug; Verzüge
negligence Lässigkeit; Unachtsamkeit
nonchalance Lässigkeit; Unachtsamkeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neglect abschwören; unterlassen; verkommen lassen; verleugnen; verlottern; vernachlässigen; versäumen; verwahrlosen lassen; zurücklassen

Synoniemen voor "Lässigkeit":


Computer vertaling door derden: