Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Zoff

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Zoff

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Zoff:
- moth
Wiktionary:
- Zoff → trouble
- Zoff → bad news, bother, problem, trouble, worry, hot water, pickle, aggro, bovver

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zoff (Duits) in het Engels

Zoff:

Zoff [der ~] zelfstandig naamwoord

der Zoff (Motte; Springer)
the moth
- moth [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zoff:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
moth	Motte; Springer; Zoff

Synoniemen voor "Zoff":

Auseinandersetzung; Clinch; Fehde; Gekabbel; Gerangel; Hickhack; Klinsch; Knatsch; Konflikt; Kontroverse; Krach; Rangelei; Reiberei; Schererei; Schlagabtausch; Streit; Streitigkeit; Wickel; Wortwechsel; Zank; Zwist; Zwistigkeit

Wiktionary: Zoff

Zoff

noun

Deutschland, Schweiz; umgangssprachlich: Ärger; Streit, Zank; Unfrieden
- Zoff → trouble

Cross Translation:

From	To	Via
• Zoff	→ bad news; bother; problem; trouble; worry; hot water; pickle; aggro; bovver	↔ emmerde — populaire\|fr terme\|souvent au pluriel situation ou affaire délicate qui provoque de l’inquiétude, de l’angoisse ou de la contrariété.

Computer vertaling door derden: