Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. unsäglich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unsäglich (Duits) in het Engels

unsäglich:

unsäglich bijvoeglijk naamwoord

  1. unsäglich (unsagbar; unbeschreiblich; unnennbar)
    unnamable; inexpressible

Vertaal Matrix voor unsäglich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inexpressible namenlos; unbaussprechlich groß oder fiel; unbeschreiblich; unnennbar; unsagbar; unsäglich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unnamable namenlos; unbaussprechlich groß oder fiel; unbeschreiblich; unnennbar; unsagbar; unsäglich

Synoniemen voor "unsäglich":


Wiktionary: unsäglich

unsäglich
adjective
  1. in hohem Maße, unbeschreiblich groß
unsäglich
adjective
  1. incapable of being spoken or uttered

Computer vertaling door derden: