Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. abhobeln:
  2. Abhobeln:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abhobeln (Duits) in het Engels

abhobeln:

abhobeln werkwoord

  1. abhobeln (raspeln)
    plane down; to shave off; to skin
    • plane down werkwoord
    • shave off werkwoord (shaves off, shaved off, shaving off)
    • skin werkwoord (skins, skinned, skinning)

Vertaal Matrix voor abhobeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skin Design; Fell; Haut; Pelz; Schale; Skin
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plane down abhobeln; raspeln
shave off abhobeln; raspeln
skin abhobeln; raspeln Die Schlange häutet sich.; Meine Haut schält sich.; Skin übernehmen; abdecken; abhäuten; enthäuten; pellen; schinden; schälen; sich häuten; sich schälen

Wiktionary: abhobeln

abhobeln
verb
  1. etwas mit einem Hobel abtragen (entfernen)

Cross Translation:
FromToVia
abhobeln plane raboter — Aplanir, rendre uni avec le rabot

Abhobeln:

Abhobeln [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abhobeln
    the planing down

Vertaal Matrix voor Abhobeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
planing down Abhobeln