Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Verhältnis

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Verhältnis

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Verhältnis:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Verhältnis (Duits) in het Engels

Verhältnis:

Verhältnis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Verhältnis (Date; Liebesverhältnis)
    the appointment; the date
    • appointment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • date [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Verhältnis (Affäre; Verbindung; Abenteuer)
    the liaison; the junction; the combination; the connection; the affair; the linking; the union
    • liaison [the ~] zelfstandig naamwoord
    • junction [the ~] zelfstandig naamwoord
    • combination [the ~] zelfstandig naamwoord
    • connection [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • linking [the ~] zelfstandig naamwoord
    • union [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Verhältnis (Proportion)
    the proportion; the relation
  4. Verhältnis (Verhältnismäßigkeit)
    the proper proportion

Vertaal Matrix voor Verhältnis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affair Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis Affäre; Angelegenheit; Begebenheit; Beziehung; Eintreten; Ereignis; Frage; Geschehen; Kopplung; Sache; Verbindung; Vorfall; Vorgang
appointment Date; Liebesverhältnis; Verhältnis Anstellung; Beschäftigung; Definition; Einsetzung; Einstellung; Ernennung; Job; Termin
combination Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis Chemische Verbindung; Kombination; Kopplung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß
connection Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis Anschluß; Berührung; Beziehung; Binde; Bindeglied; Bindung; Eingeschaltete; Einheitlichkeit; Einigkeit; Einschiebsel; Eintracht; Gemeinschaft; Kombination; Konnex; Konnexion; Kontakt; Kontext; Kopplung; Schaltung; Schicksalsverbundenheit; Solidarität; Stammverwandtschaft; Telefonanschluß; Telefonverbindung; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Verkettung; Vertrag; Zusammenfügung; Zusammengehörigkeit; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß; Zusammenschweißung
date Date; Liebesverhältnis; Verhältnis Dattel; Datum; Jahreszahl; Zeitpunkt; date
junction Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gabelung; Gemeinschaft; Knotenpunkt; Kombination; Kopplung; Kreuzpunkt; Kreuzung; Kreuzungsstelle; Mittelpunkt; Punkt wo Linien sich kreuzen; Schnittpunkt; Straßenkreuzung; Verband; Verbindung; Verkehrsknotenpunkt; Verkehrskreuzung; Zusammenfluß; Zusammenfügung; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß
liaison Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Kombination; Kopplung; Verband; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß
linking Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis Ankuppeln; Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Kombination; Kontakt; Kopplung; Schaltung; Verbindung; Verkettung; Verlinkung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß; verbinden
proper proportion Verhältnis; Verhältnismäßigkeit
proportion Proportion; Verhältnis Abmessung; Abschnitt
relation Proportion; Verhältnis Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Kontext; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Zusammenhang
union Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis Assoziation; Bindung; Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Einigung; Fusion; Gebundenheit; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Kameradschaft; Klub; Koalition; Kombination; Kopplung; Korporation; Kreis; Körperschaft; Liga; Pakt; Runde; Verband; Verbindung; Verein; Vereinigung; Vertrag; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
date datieren; umsatteln; umändern; variieren; verkehren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
linking Verknüpfen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
linking eintretend; zutretend

Synoniemen voor "Verhältnis":


Wiktionary: Verhältnis

Verhältnis
noun
  1. Eine Beziehung, bei der zwei Dinge oder zwei Sachverhalte miteinander verglichen werden
Verhältnis
noun
  1. opinion or point of view
Cross Translation:
FromToVia
• Verhältnis → affair ↔ verhouding — een intieme, duurzame relatie tussen twee personen
• Verhältnis → relation ↔ verhouding — de betrekking van personen onderling
• Verhältnis → ratio; proportion; relation ↔ verhouding — (wiskunde, nld) een verband in de vorm van een breuk tussen getalsmatige grootheden
• Verhältnis → encounter; meeting; approach; acquaintance; familiarity; relation; understanding; connection; interrelation; relationship; access; admission; admittance; accession; entrance; entry; landing; acceptance; reception ↔ abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
• Verhältnis → proportion; rate; ratio ↔ proportion — rapport et convenance des parties entre elles et avec leur tout.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0426 seconde
Page rendered in 1.0 seconds