Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ander:
  2. an der:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ander (Duits) in het Engels

ander:

ander bijvoeglijk naamwoord

  1. ander (jemand anderes)
    other; someone else

ander bijvoeglijk naamwoord

  1. ander
    other
    – not the same one or ones already mentioned or implied 1
    • other bijvoeglijk naamwoord
      • today isn't any other day1
      • the construction of highways and other public works1
      • he asked for other employment1
      • any other person would tell the truth1
      • his other books are still in storage1
      • then we looked at the other house1
      • hearing was good in his other ear1
      • the other sex1
      • she lived on the other side of the street from me1
      • went in the other direction1

Vertaal Matrix voor ander:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
other ander; jemand anderes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
someone else ander; jemand anderes

Wiktionary: ander


Cross Translation:
FromToVia
ander other ander — niet deze

an der:

an der bijvoeglijk naamwoord

  1. an der (bei; beim; am; )
    close to; at the

Vertaal Matrix voor an der:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
close to am; an; an der; bei; bei der; beim; zu; zum; zur dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
at the am; an; an der; bei; bei der; beim; zu; zum; zur

Computer vertaling door derden: