Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
Ausgeburt:
-
Wiktionary:
Ausgeburt → monstrosity, excrescence, spawn
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Ausgeburt (Duits) in het Engels
Ausgeburt: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aus: clear; over; evident; accomplished; out; achieved; ready; prepared; finished; completed; concluded; ready for use; complete
- Geburt: delivery; confinement; birth; childbirth; release; relief; rescue; liberation
Wiktionary: Ausgeburt
Ausgeburt
noun
Ausgeburt
-
abwertend, mit Genitiv: meist schlechtes (neues, junges) Erzeugnis von etwas
- Ausgeburt → monstrosity; excrescence
noun
-
any germ or seed, even a figurative source; offspring