Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Idiom:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. idiom:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Idiom (Duits) in het Engels

Idiom:

Idiom [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Idiom (Sprichwort; Redensart)
    the idiom
    • idiom [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Idiom (Ausdruck; Redensart; Sprichwort)
    the expressions; the idiom

Vertaal Matrix voor Idiom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expressions Ausdruck; Idiom; Redensart; Sprichwort
idiom Ausdruck; Idiom; Redensart; Sprichwort Ausdruck; Redensart; Sprachschatz; Sprichwort

Synoniemen voor "Idiom":


Wiktionary: Idiom

Idiom
noun
  1. feste Redewendung, Wortverbindung
  2. eigentümliche Sprechweise einer Personengruppe
Idiom
noun
  1. expression peculiar to a given language
  2. language unique to a particular group of people

Cross Translation:
FromToVia
Idiom idiom taaleigen — uitdrukkingen en zegswijzen uit een bepaalde taal
Idiom idiom idioom — een bijzondere uitdrukking in een bepaalde taal die samengesteld is door eigenaardig taalgebruik



Engels

Uitgebreide vertaling voor Idiom (Engels) in het Duits

idiom:

idiom [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the idiom
    Idiom; Sprichwort; die Redensart
  2. the idiom (expressions)
    der Ausdruck; Idiom; die Redensart; Sprichwort
  3. the idiom (vocabulary)
    der Sprachschatz; Sprichwort; der Ausdruck; die Redensart

Vertaal Matrix voor idiom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausdruck expressions; idiom; vocabulary designation; expression; facial expression; foreword; hard copy; introduction; introductory remarks; look; meaning; name; phrase; preamble; preface; print; print-out; prologue; saying; statement; term; turn of phrase
Idiom expressions; idiom
Redensart expressions; idiom; vocabulary expression; facial expression; look; meaning; phrase; saying; statement; term; turn of phrase
Sprachschatz idiom; vocabulary
Sprichwort expressions; idiom; vocabulary expression; facial expression; look; meaning; phrase; proverb; saying; statement; term; turn of phrase
- accent; artistic style; dialect; idiomatic expression; parlance; phrasal idiom; phrase; set phrase

Verwante woorden van "idiom":

  • idioms

Synoniemen voor "idiom":


Verwante definities voor "idiom":

  1. the style of a particular artist or school or movement1
    • an imaginative orchestral idiom1
  2. a manner of speaking that is natural to native speakers of a language1
  3. an expression whose meanings cannot be inferred from the meanings of the words that make it up1
  4. the usage or vocabulary that is characteristic of a specific group of people1

Wiktionary: idiom

idiom
noun
  1. expression peculiar to a given language
idiom
noun
  1. Redewendung
  2. Linguistik: eine Verbindung von mehreren Wörtern („feste Wortverbindung“), die eine Einheit bilden. Die Gesamtbedeutung kann nicht aus der Bedeutung der Einzelelemente abgeleitet werden.
  3. feste Redewendung, Wortverbindung
  4. eigentümliche Sprechweise einer Personengruppe

Cross Translation:
FromToVia
idiom Idiom taaleigen — uitdrukkingen en zegswijzen uit een bepaalde taal
idiom Idiom idioom — een bijzondere uitdrukking in een bepaalde taal die samengesteld is door eigenaardig taalgebruik
idiom Ausdruck; Äußerung locution — linguistique|fr Unité fonctionnelle du langage, composée de plusieurs mots graphiques, appartenant à la langue et devant être apprise en tant que forme globale non divisible.