Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Positur:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Positur (Duits) in het Engels

Positur:

Positur [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Positur (Figur; Wuchs; Gestalt; Erscheinung; Statur)
    the figure; the shape; the size; the stature; the build
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shape [the ~] zelfstandig naamwoord
    • size [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stature [the ~] zelfstandig naamwoord
    • build [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Positur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
build Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Aussehen; Build; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Grundgesetz; Haltung; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Statur; Verfassung; Wuchs; Äußere
figure Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gebilde; Geck; Geist; Geisteskranke; Gestalt; Grundgesetz; Haltung; Idiot; Irre; Irrsinnige; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Mensch; Numerus; Nummer; Person; Rangnummer; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Statur; Tollkopf; Verfassung; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Wuchs; Zahl; Ziffer; Äußere
shape Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gebilde; Geist; Gestalt; Gestaltung; Gießform; Gußform; Kondition; Shape; Statur; Verfassung; Wuchs; in Form sein
size Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Abmessung; Anzahl; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Format; Gestalt; Größe; Inhalt; Menge; Quantität; Quantum; Statur; Volumen; Wuchs; Zahl
stature Erscheinung; Figur; Gestalt; Positur; Statur; Wuchs Aussehen; Bedeutung; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Grundgesetz; Haltung; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Sinn; Statur; Tendenz; Tragweite; Verfassung; Wert; Wichigkeit; Wuchs; Äußere
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
build anbauen; aufbauen; aufführen; aufheben; aufrichten; aufrücken; aufsetzen; aufstellen; aufziehen; ausbauen; bauen; begründen; erbauen; erheben; errichten; erstellen; etablieren; gründen; hissen; kompilieren; konstruieren; setzen; starten; steigen; wallen; zusammenschlagen
figure aufführen; auftreten; darbieten; darstellen; figurieren
shape bearbeiten; bilden; formen; gestalten; heranbilden; kneten; modellieren
size Größe anpassen

Synoniemen voor "Positur":


Wiktionary: Positur

Positur
noun
  1. manner, posture, or pose in which one stands